Rekenen
Aan de hand van een rekenonderzoek wordt bepaald met welke basisvaardigheden uw kind nog moeite heeft. Bij leerlingen met rekenmoeilijkheden verloopt het hoofdrekenen tot 100 vaak nog niet vlot. Minsommen over het tiental en tafelsommen vormen daarbij vaak struikelblokken.
Soms zijn de rekenstrategieën onvoldoende bekend of is het getalbegrip niet voldoende ontwikkeld. Na het rekenonderzoek kan gewerkt worden aan optellen, aftrekken, vermenigvuldigen (tafels), delen, breuken, verhoudingen, kommagetallen, procenten, cijferend rekenen, omgaan met tijd, wegen en meten (inhoud, gewicht, oppervlakte) en getalbegrip. De leerling leert ook omgaan met de specifieke vraagstelling zoals deze in de verhaalsommen bij de Citotoetsen voorkomen.
Er kan gewerkt worden met de methode van school, met aanvullende lesmaterialen, concreet materiaal, rekenmodellen (zoals de getallenlijn of breukenstroken), rekenspellen en computeroefeningen. Daarnaast wordt er gewerkt aan concentratie, taakaanpak, een goede werkhouding en zelfvertrouwen.